Kweken met tropische vissen
-Gilbert Maebe-
Ik herinner mij het BBAT congres van 2008 in Buggenhout. Op het programma stond een lezing van o.a. Dr. Gerald Bassleer, die sprak over “Rechten en Plichten”. Wat mij vooral is bijgebleven van deze lezing is zijn waarschuwing voor de toekomst. Volgens Dr. Bassleer zou het in de komende jaren steeds moeilijker worden om tropische vissen te importeren om verschillende redenen: teloorgang van de biotopen; introductie van vreemde soorten; bescherming van de eigen fauna; vervuiling; enz…
Ik ondervind aan den lijve dat het vanuit Australië onmogelijk is geworden om nog vissen te importeren door een verstrengde wetgeving die zegt: “Van elke soort die je importeert moeten er 30 stuks worden afgeleverd bij een centraal punt om ze te onderzoeken op hun gezondheid”. Daaraan kleeft een prijs van 300 AUD.
Daarom heb ik een voordracht gemaakt met als titel “Kweken met tropische vissen”. Om alle leden te bereiken zet ik dit gegeven wat uitvoeriger op papier.
De meeste liefhebbers kennen mij als gespecialiseerd liefhebber van regenboogvissen. Slechts de wat oudere “ratten” weten dat ik een ander verleden heb als aquariumliefhebber. Voor de jaren 1980 had ik al een viskamer met een 50-tal aquaria waarin ik heel wat soorten verzorgde, maar vooral probeerde na te kweken. Volgens mij is en blijft het nakweken met je vissen de mooiste tak van onze hobby, maar hoe begin je daaraan?
Heel wat soorten planten zich gewoon voort in een gezelschapsaquarium. Daar blijft, na verloop van tijd, meestal niet veel van over, omdat de meeste soorten jonge visjes aanzien als een lekker hapje. Probeer eens een gerichte kweek in een afzonderlijk kweekaquarium. Afhankelijk van de grootte van de na te kweken vissen moet je de grootte van jouw kweekbak aanpassen. Voor heel veel soorten kun je met 50 x 30 x 30 cm al tot goede resultaten komen. Vissen die groter zijn dan 10 cm geef je wat meer ruimte.
Verder zijn er een aantal factoren waarop we moeten letten.
Houd er rekening mee dat de waterstand belangrijk kan zijn. Sommige soorten verkiezen ondiep water, andere dieper. Informeer je daarover bij je club, de literatuur of het internet. De plaats waar een kweekaquarium komt te staan is ook van belang. Vermijd een plaats waar er te veel storende drukte is.
Gaat het om een soort die houdt van fel licht of om een diffuus licht minnende soort? Aanpassen is niet zo moeilijk.
Voorzie een schuilplaats in je kweekbak om te vermijden dat te fel jagende mannen de vrouwtjes zouden dood jagen.
Hoe zit het met de watersamenstelling om tot een goed resultaat te komen? Uiteraard dien je, je te informeren over de plaats waar jouw vissen vandaan komen. Zuid-Amerikaanse karperzalmpjes leven in ’t algemeen in zacht en zuur water. Afrikaanse cichliden uit de grote meren verkiezen hard en alkalisch water om zich goed te voelen. De samenstelling van het water is van het allergrootste belang i.v.m. de osmotische druk. Hierbij is het mogelijk dat in extreme gevallen eieren verdrinken of uitdrogen in het water.
Hoe zit het met de temperatuur? De meeste vissen reageren positief op een lichte stijging van de temperatuur in samenwerking met een waterverversing. Er bestaan echter uitzonderingen waarbij een positieve reactie om zich voort te planten, gestimuleerd wordt door een koelere waterverversing. Ik denk hier in de eerste plaats aan Corydoras-soorten.
Met andere woorden een zeer interessante en leerzame avond!
Iedereen is welkom!
Tenslotte: PLANTEN RUIL!
Neem je stekken dus maar mee!
Wanneer: Donderdag 17 November 2016
Hoelaat: 19:30 – 22:30
Lokatie: Dierenpark De Oliemeulen Reitse hoevenstraat 30, Tilburg